Hugo Kars tankt vertrouwen en inhoud op de weg

De winter van 2020-2021 wordt zijn eerste veldritseizoen bij de beloften en Hugo Kars weet dat dit een pittige overgang wordt. De Gelderse coureur is dan ook blij dat hij in dit door corona zeer beperkte seizoen de afgelopen week een mooi wedstrijdprogramma kon rijden. Hij werd door de KNWU geselecteerd voor het Europees Kampioenschap op de weg in Plouay en reed vervolgens de driedaagse Zwitserse etappekoers GP Ruebliland. Hij werd respectievelijk 21e en 24e. Maar net zo belangrijk was het om wedstrijdkilometers te maken richting de veldritwinter.

Hij is vooral tevreden over zijn twee recente optredens op de weg. “Het was fijn om te kunnen koersen na zo’n lange periode zonder wedstrijden. Je kunt nog zo hard trainen, maar je kunt die wedstrijdkilometers moeilijk na bootsen. Zeker omdat in beide wedstrijden het niveau zo hoog was. Op het Europees Kampioenschap in Plouay had er voor mijn gevoel nog wat meer in  gezeten, maar in de laatste ronde raakte ik op achterstand nadat mijn fiets en die van een Italiaan in elkaar haakten. Ik kwam nog op drie seconden van de eerste groep, maar kon niet meer mee sprinten. Anders had er wellicht een top 15-plek in gezeten. Maar afgezien daarvan was ik tevreden over de vorm die ik had na zo’n lange tijd. Na beide wedstrijden kan ik voor mezelf wel concluderen dat ik dit jaar echt weer een stap gemaakt heb en dat is een prettige conclusie.”

Hij heeft nog enkele wegwedstrijden op het programma staan, waaronder het NK tijdrijden van Chaam naar Ulvenhout komend weekeinde. Daarna wacht de cross. Hij is dan plots eerstejaars belofte, waar hij nu op de weg nog als junior te boek stond. “Dat wordt best een zware overgang. Mijn plan is om zoveel mogelijk in mijn eigen categorie te gaan rijden. Je kunt ook samen met de elite starten, maar dan heb je kans dat je de wedstrijd niet eens uit kunt rijden. Een uitzondering maak ik voor Gieten, want in die Superprestigecross in eigen land wil ik sowieso rijden. Zoveel topwedstrijden hebben we niet in Nederland. Mijn hoop is dat ik een aantal keren bij de eerste 15 a 20 kan rijden bij de beloften en hopelijk kan ik die positie gedurende de winter nog wat verbeteren. Bij de junioren kwam ik op de zware parcoursen het best tot mijn recht, zoals in Namen en de Koppenberg. Ik ben heel benieuwd hoe ik daar bij de beloften uit de voeten kan. Zandparcoursen hadden tot nog toe niet zo mijn voorkeur, maar ik probeer dat wel te oefenen om zo te verbeteren.”

Dat hij zijn overstap binnen het Orange Babies Cycling Team kan maken, vind hij een voordeel. “Er verandert al best veel en dan is het prettig om een vertrouwde basis te hebben. Bij de junioren reed ik bij ZZPR.nl-Orange Babies en straks bij Parkhotel Valkenburg-ZZPR.nl-Orange Babies, maar ik ken de andere beloften al van training en van bij de wedstrijden. Dat is lekker vertrouwd. Ik hoop dat ik me vanuit dit team verder kan ontwikkelen. Ik heb nog niet beslist of ik vol voor het veld ga in de toekomst – de combinatie met de weg verloopt eigenlijk tot nog toe best goed – en wil dit schooljaar ook nog graag mijn HAVO-diploma behalen.”